Verdeling kosten Omgevingswet rond

De koepelorganisaties VNG, IPO, Unie van Waterschappen en het rijk zijn het eens over de kosten- en batenverdeling van de Omgevingswet. Gemeenten betalen jaarlijks zeventig procent van de uitvoeringskosten van het nieuwe stelsel, zo is afgesproken in een verdeelsleutel, met een maximum van veertig miljoen euro per jaar. Er komt geen korting op het Gemeente- en Provinciefonds.

Eenmalige extra

De provincies dragen zes procent van de uitvoeringskosten, de waterschappen vijf en het rijk negentien. Het gaat daarbij om de structurele kosten van het digitale stelsel (maximaal 150 miljoen euro) en een informatiepunt (10 miljoen euro). Voor onvoeringsondersteuning trekt het rijk 35 miljoen euro uit. Ook komt er eenmalig 18 miljoen euro beschikbaar om te werken aan snellere en betere besluitvorming over de fysieke leefomgeving.

Transititiekosten voor eigen rekening

De partijen hebben lang gesproken over het verdelen van de kosten en de besparingen. Eind vorige week kwamen ze tot een hoofdlijnenakkoord. Uitgangspunten daarbij zijn: het rijk betaalt de investeringskosten, iedere partij draagt zelf de transitiekosten om de eigen organisatie aan te passen en de uitvoeringskosten van de gezamenlijke voorzieningen worden gedeeld.

Besparingen behouden

Belangrijk uitgangspunt is verder dat de besparingen die de wet oplevert, door de partijen zelf mogen worden gehouden. Het kabinet zal deze besparingen niet korten op het gemeente- en provinciefonds of in rekening brengen bij de waterschappen, staat in het akkoord. Hoeveel er wordt bespaard, hangt samen met het uiteindelijk gerealiseerde scenario van digitalisering. Dat scenario bepaalt ook de hoogte van de kosten: de partijen houden in het akkoord rekening met bedragen tussen de 26 en 56 miljoen euro per jaar. De verdelsleutel verandert niet. In alle gevallen betalen de gemeenten, als voornaamste gebruiker van de functies die het digitale stelsel biedt, zeventig procent van de kosten.

Maximumbedragen

Wel is afgesproken dat tijdig overleg plaatsvindt wanneer de afgesproken maximumbedragen in zicht komen. Het digitaal stelsel wordt stapsgewijs ontwikkeld, om de financiële risico’s te kunnen beheersen. Ook afspraken over evaluatie, monitoring en overleg zijn vastgelegd. Verder wordt vooruitgekeken naar de gevolgen van het wetsvoorstel kwaliteitsborging bouwen en naar uitvoeringswetten, waarin wordt geregeld dat gemeenten en provincies voldoende mogelijkheden krijgen om de kosten van publieke voorzieningen te verhalen bij plankostenprocedures. De verschillende partijen moeten het vorige week gesloten onderhandelaarsakkoord nu voorleggen aan hun achterbannen.

Goede verdeling

Co Verdaas, die het proces om tot afspraken te komen begeleidde, is opgelucht en opgetogen over het akkoord. Lastig in de besprekingen was dat de berekeningen en aanames zijn gebaseerd op de kennis van nu en geen garantie geven voor de toekomst. De partijen zijn niet blijven hangen in die onzekerheid, maar spreken af dat ze op basis van een goede verdeling van start gaan, in vertrouwen dat ze er ook op termijn met elkaar uit komen, zegt Verdaas. ‘Helemaal in de geest van de Omgevingswet.’

Bron: Binnenlandsbestuur.nl

Gepubliceerd op apr 28, 2016 en geschreven door:
Ruimtemeesters

Ruimtemeesters

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving