Actualiteiten omgevingsrecht – week 7

Jurisprudentie

AbRS 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:264

Extensief recreatief medegebruik betreft (ogv het bestemmingsplan) een vorm van openluchtrecreatie waarbij natuur en landschapsbeleving voorop staat. De bootcampactiviteiten zijn bedrijfsmatig en gedurende de trainingen zal het perceel door ongeveer 15 personen gebruikt worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van meerdere materialen, zoals autobanden en touwen. Dit betekent dat er tijdens die activiteiten sprake is van een intensief gebruik. Dat die activiteiten slechts twee keer per week gedurende maximaal 1,5 uur plaatsvinden doet daar niets aan af. Ook het feit dat de materialen na afloop van de training worden verwijderd maakt niet uit. Gedurende de bootcampactiviteiten is immers het gebruik intensief en daarmee in strijd met het bestemmingsplan.

AbRS 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:238

In de definitie van “bijbehorend bouwwerk” in artikel 1, eerste lid, van bijlage II van het Bor staat dat onder “bijbehorend bouwwerk” onder meer wordt verstaan: “een uitbreiding van een hoofdgebouw.” Daarbij is geen beperking opgenomen dat de uitbreiding functioneel of bouwkundig moet zijn te onderscheiden van de rest van het gebouw.

Kortom: alle uitbreidingen wat na de oplevering van het oorspronkelijk hoofdgebouw worden uitgevoerd, valt onder bijbehorende bouwwerken.

AbRS 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:273

De planwetgever moet beoordelen of een bestemming die evenementen op een bepaalde locatie toestaat vanuit ruimelijke oogpunt acceptabel is. De raad dient regels te stellen in het plan voor zover dit uit het oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid op een locatie van belang is over:

    • Het toegestane aantal evenementen per jaar;
    • De soorten evenementen;
    • De maximale bezoekersaantallen.

Deze beoordeling is een andere dan die op grond waarvan, in een concreet geval, voor een evenement al dan niet een vergunning wordt verleend.

AbRS 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:274

Over het door omwonenden voorgestelde alternatief heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college dient te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project, zoals daarvoor vergunning is aangevraagd. Indien een project op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven slechts dan tot het onthouden van medewerking nopen, indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren.


Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg onze LinkedIn bedrijfspagina of het nieuws op onze website.

Gepubliceerd op feb 12, 2019 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving