Door wijziging Wet Bibob ook stromannen de pineut

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de overheid veel energie, tijd en geld steekt in de opsporing en vervolging van strafbare feiten en dat criminelen (of hun stromannen) vervolgens via de ‘achterdeur’ binnenkomen. Hiervan is sprake als de overheid door haar dienstverlening direct of indirect criminele organisaties of activiteiten faciliteert. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het verlenen van een vergunning of subsidie of het gunnen van een overheidsopdracht. De Wet Bibob biedt een bestuurlijk instrument om bovenstaande te voorkomen en de integriteit van de overheid te beschermen. Met het nieuwe wetsvoorstel worden de toepassingsmogelijkheden van deze wet vergroot. Hieronder de belangrijkste wijzigingen.

Stromanconstructie: versterking van de informatiepositie

Op dit moment kunnen gemeenten zelfstandig onderzoek doen naar betrokkene door bijvoorbeeld de justitiële- en politiegegevens op te vragen en in te zien. Maar om dat te omzeilen, maken criminelen vaak gebruik van een zogenoemde ‘stromanconstructie’. De directbetrokkene (die geen strafblad o.i.d. heeft) handelt dan niet voor zichzelf, maar voor een crimineel. De crimineel heeft het dan in de praktijk voor het zeggen, maar wordt niet onder de loep genomen. In dit wetsvoorstel is opgenomen, dat de gemeente ook toegang krijgt tot justitiële (dus niet de politie-) gegevens van bepaalde derden. Dit zijn de vermogensverschaffers, bestuurders, aandeelhouders en de vermelde leidinggevende of beheerder.

Toestemming bij overdracht erfpacht

Veel gemeenten hebben grond in erfpacht uitgegeven. Dit houdt in dat iemand tegen vergoeding de grond van de gemeente mag gebruiken. Criminelen willen vaak gebruik maken van deze grond. Nu is het mogelijk voor de gemeente om te regelen dat degene die de grond gebruikt (erfpachter) dit recht van gebruik niet zonder toestemming van de gemeente kan overdragen aan een ander. Door deze toestemming blijft de gemeente toezicht houden en ontstaat er minder snel een situatie waarin de gemeente ongewild criminaliteit faciliteert. Op dit moment is het echter zo, dat de gemeente degene aan wie de erfpacht wordt overgedragen, niet kan screenen via de Bibob-toets.
Met het wetsvoorstel kan de gemeente een Bibob-advies vragen ten aanzien van de eventuele nieuwe erfpachter aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB). De gemeente krijgt dan een duidelijker beeld wanneer ze toestemming moeten weigeren.

Overheidsopdrachten

Met het wetsvoorstel wordt het mogelijk om bij alle overheidsopdrachten (aanbestedingen) een Bibob-onderzoek te doen. Nu is dit slechts mogelijk voor de sectoren bouw, milieu en ICT.

Vastgoedtransacties

Het begrip vastgoedtransactie wordt uitgebreid met het nieuwe wetsvoorstel. Ook de vermindering of beëindiging van deelname aan o.a. een rechtspersoon zal hieronder vallen. Met de wijziging zal dus bijvoorbeeld onder vastgoedtransactie ook de verkoop van aandelen van een bedrijf die vastgoed in zijn bezit heeft, verstaan worden. Dit lijkt logisch, want als je aandelen in een bedrijf hebt en dat bedrijf heeft een pand, dan heb je vaak ook zeggenschap over dat pand. En ook die persoon wil de gemeente uiteraard kunnen onderwerpen aan een Bibob-toets.

Omgang adviesaanvraag LBB

Op dit moment is nergens geregeld wanneer het LBB ingeschakeld kan worden voor advies na een eigen onderzoek van de gemeente. Met het wetsvoorstel worden de in de praktijk ontwikkelde criteria opgenomen.

De wetgever heeft met dit wetsvoorstel een belangrijke stap gezet in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hopelijk wordt hiermee een bijdrage geleverd in het voorkomen van het ongewild faciliteren van criminele activiteiten door overheden.

2.3 Verdere versterking informatiepositie bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak

Inmiddels is gebleken dat het voor een effectieve toepassing van de Wet Bibob door bestuursorganen van toegevoegde waarde is wanneer zij in de fase van het eigen onderzoek niet alleen kunnen beschikken over de gegevens van de betrokkene in de zin van artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wet Bibob, maar ook een goed beeld kunnen krijgen van de feitelijke zeggenschapsverhoudingen rondom de betrokkene en de antecedenten die daarbij een rol spelen. Dat is van belang, omdat mede als gevolg van de huidige juridische beperking aannemelijk is dat niet in alle gevallen een anders voorgespiegelde zeggenschapsverhouding of een zogenoemde stromanconstructie wordt onderkend. Daarom kies ik ervoor de informatiepositie verder te versterken, door het bestuursorgaan niet alleen toegang te geven tot justitiële gegevens van de betrokkene, maar ook van een aantal categorieën derden: degene die de betrokkene vermogen verschaft, de op de (aanvraag tot een) beschikking vermelde leidinggevende of beheerder en bestuurders of aandeelhouders van de betrokkene. Aannemelijk is dat bestuursorganen zich op basis van zo’n uitgebreider eigen onderzoek een beter oordeel kunnen vormen over de zakelijke omgeving van de betrokkene en daarmee over diens integriteit, en vervolgens ofwel zelfstandig een zaak afdoen ofwel het Bureau om een advies vragen. Deze uitbreidingen worden verwezenlijkt door wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens. In deze wetswijziging komt de versterking van het eigen onderzoek tot uitdrukking door een prominentere en systematisch logischere plek voor het bepaalde in het huidige artikel 30, dat inhoudelijk grotendeels gelijkluidend.

Hulp nodig op het gebied van de Wet Bibob? Ruimtemeesters heeft experts in huis om u te helpen. Lees meer over de mogelijkheden op onze pagina Handhaving, Openbare Orde en Veiligheid (OOV) of neem direct contact op.

Gepubliceerd op mei 25, 2018 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving