“het oorspronkelijk hoofdgebouw”; reprise van een juridische discussie

De inwerkingtreding van het nieuwe Besluit omgevingsrecht (Bor) is alweer ruim een half jaar (01-11-2014) geleden. Dit betekent dat ook steeds meer jurisprudentie over de uitleg van het Bor ontstaat. Zo ook over het begrip “oorspronkelijke hoofdgebouw”.

Het Bor

In artikel 2 van Bijlage 2 van het Bor is opgenomen dat vergunningsvrij gebouwd kan worden, mits voldaan wordt aan een aantal eisen. Onder andere wordt hier verwezen naar het oorspronkelijk hoofdgebouw. Artikel 2 lid 3 onder a van Bijlage 2 van het Bor stelt bijvoorbeeld dat een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of een uitbreiding daarvan in het achtererfgebied vergunningsvrij is, voor zover deze gelegen is op een afstand van niet meer dan 4 meter van het oorspronkelijk hoofdgebouw en voldaan wordt aan hoogtebepalingen. Maar wat wordt volstaan onder het oorspronkelijk hoofdgebouw?

Wat is het oorspronkelijk hoofdgebouw?

De nota van toelichting bij het Bor (Stb. 2010, 143, blz. 136-137) stelt dat onder het oorspronkelijk hoofdgebouw moet worden volstaan het hoofdgebouw dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden is opgeleverd, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning. Voor de inwerkingtreding van het nieuwe Bor was er al veel discussie over wat na de inwerkingtreding onder het hoofdgebouw zou moeten worden volstaan. Vooral bij zeer oude gebouwen kan er natuurlijk door de jaren heen veel veranderen aan het oorspronkelijk hoofdgebouw. Met daarbij de vraag of de oorspronkelijke vergunning nog wel te achterhalen zou zijn. Hoewel de discussie bij de invoering van een nieuwe regeling te begrijpen is, was er wel sprake van een reprise van een eerdere discussie. Want ook in het Besluit bouwvergunningsvrij en licht-bouwvergunningsplichte bouwwerken (Bblb) hebben we deze discussie al gehad. Want hierin was de voorwaarde opgenomen dat aan de oorspronkelijke achtergevel moest worden gebouwd. (vergelijk ABRS 4 maart 2009, no. 200803923/1). De ABRS oordeelde hier al dat de oorspronkelijke achtergevel de achtergevel is van het gebouw dat oorspronkelijk vergund is.

Recente jurisprudentie

Op 11 juni 2015 oordeelde de ABRS (201309842/1/A1) in lijn van deze eerdere jurisprudentie over de vraag wat verstaan moet worden onder het oorspronkelijk hoofdgebouw. Het college van de gemeente Oss had geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een veranda tot uitbreiding van de woonkamer van een woning. Tussen partijen stond vast dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan. Voor wat betreft het realiseren van de uitbreiding van de woning betoogde appellant dat er sprake was van een bouwplan waarvoor geen omgevingsvergunning benodigd is. De vergunning voor de woning was verleend in 1966. In 1977 en 2003 was de woning (met vergunning) verbouwd.

Appellant stelt dat het oorspronkelijk hoofdgebouw de huidige woning is zoals deze in 2003 is vergund. In 2003 is niet alleen de indeling van de woning ingrijpend veranderd, maar zijn ook delen van de woning afgebroken. Daarom stelt appellant dat de woning zoals deze in 2003 is vergund aangemerkt moet worden als oorspronkelijk hoofdgebouw. De ABRS bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank en stelde het college in het gelijk. Onder het oorspronkelijk hoofdgebouw moet worden volstaan het gebouw dat oorspronkelijk in 1966 vergund is. Hoewel de wijzigingen ingrijpend van aard zijn, hebben deze er niet voor gezorgd dat er sprake is van een nieuw opgericht gebouw.

Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen!
Bekijk hiervoor onze expertise Omgevingsrecht of neem contact op.

Bekijk ook onze juridische vacatures:

– Ondernemende Jurist

– Jurist Omgevingsrecht

– Jurist Handhaving

– Casemanager Wabo

Gepubliceerd op jun 25, 2015 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving