Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 48 | 2022

Jurisprudentie Omgevingsrecht

(On)duidelijke bouwstop (ECLI:NL:RVS:2022:3517)

Het college van de gemeente Groningen heeft een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een drietal panden. Met de omgevingsvergunning worden de 17 in het pand aanwezige kamers verbouwd tot 13 woonruimtes met daarin 28 (onzelfstandige) kamers. Tijdens de bouwwerkzaamheden constateren de toezichthouders van de gemeente dat er in afwijking van de omgevingsvergunning zelfstandige woonruimtes in plaats van onzelfstandige woonruimtes worden gerealiseerd. Het college legt hierop een bouwstop op met daaraan gekoppeld een last onder dwangsom van € 7.500 per overtreding met een maximum van € 75.000. Deze wordt onherroepelijk. Appellant vraagt een omgevingsvergunning aan voor het realiseren van zelfstandige woonruimten. Deze omgevingsvergunning wordt van rechtswege verleend.

Tijdens een volgende controle constateren de toezichthouders dat de werkzaamheden in afwijking van de vergunning zijn uitgevoerd. Het college gaat over tot invordering van de verbeurde dwangsom.

Appellant stelt zich op het standpunt dat hij geen dwangsom kan verbeuren aangezien er op het moment van verbeuring al een omgevingsvergunning van rechtswege was. Hij voert hierbij aan dat de last op één pand [hierna pand 1] ziet, terwijl de werkzaamheden werden uitgevoerd in de twee andere panden.

De Afdeling stelt in navolging van de rechtbank, dat in de besluiten alleen gesproken wordt over het staken en gestaakt houden van de werkzaamheden in pand 1. Echter had appellant kunnen en moeten begrijpen dat de last ook betrekking had op de werkzaamheden in de andere twee panden. Onder andere besluit de Afdeling hiertoe omdat in het dwangsombesluit verwezen wordt naar de omgevingsvergunning, die ziet op het vergroten van alle drie de panden. Verder weegt de aard van de werkzaamheden mee, die immers alle gericht zijn op de realisatie van zelfstandige woonruimten, zoals die omschreven zijn in het controlerapport. Opvallend is verder dat de Afdeling ook meeweegt dat zowel appellant als college geen consequent gebruik maken van de juiste adresgegevens. Dat voor appellant verder duidelijk zou moeten zijn dat de last op de drie locaties ziet, blijkt ook uit het feit dat de controles appellant ertoe hebben bewogen om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Het hoger beroep is daarmee ongegrond.

Vergunningsvrije uitbouw? (ECLI:NL:RVS:2022:3448)

Het college van de gemeente Alkmaar treedt handhavend op tegen een gerealiseerd bouwwerk op palen met een hek en een trap naar een dieper gelegen tuin, aan een bestaande uitbouw van een woning. Het college stelt dat hiervoor een omgevingsvergunning nodig is.
De rechtbank sluit zich daarbij aan. Volgens de rechtbank wordt niet voldaan aan artikel 2 sub 3 bijlage II Bor, op basis waarvan een bouwwerk vergunningvrij opgericht mag worden mits het gaat om een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan. Het onderhavige bouwwerk is voorzien van een dakterras of balkon en is derhalve niet op de grond gelegen, ook al staat het op palen.

De woningeigenaar is het hier niet mee eens en voert aan dat de bestaande uitbouw is gebouwd aan de begane grond van de woning. Het bouwwerk op zichzelf kan ook niet als zodanig worden aangemerkt, nu de constructie met palen aan de grond is verbonden en dus niet zweeft. Tot slot wordt aangegeven dat niet vereist is dat een bijbehorend bouwwerk op de grond moet staan, ingevolge artikel 1 bijlage II Bor.
De Afdeling is het eens met hetgeen de rechtbank heeft overwogen. Aangezien de gebouwde constructie bestaat uit een op palen rustend plateau dat afgeschermd is met een hek, is de bestaande uitbouw met de bouw van de constructie voorzien van een terras of balkon of een andere niet op de grond gelegen buitenruimte. Dit betekent dat hiervoor een omgevingsvergunning nodig is. Tot slot merkt de Afdeling op dat ook uit artikel 4 sub 4 bijlage II Bor blijkt dat een omgevingsvergunning vereist is.

Het begrip ‘ander bouwwerk’ (ECLI:NL:RVS:2022:3502)

Het college van de gemeente Amsterdam heeft geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het, in strijd met het vigerende bestemmingsplan, realiseren van een koekoek aan de achterzijde van de uitbouw van het souterrain. Hiermee wordt de typologie van het gebouw onevenredig aangetast, alsmede de karakteristiek van het stadsgezicht.

Volgens de rechtbank kan de koekoek echter vergunningsvrij gerealiseerd worden. Hiervoor is gekeken naar artikel 2 lid 3 van Bijlage II Bor. De koekoek is een bijbehorend bouwwerk, maar aangezien deze zich gedeeltelijk onder de grond bevindt, kan niet worden voldaan aan dit artikel. Bovendien wordt op basis daarvan een op de grond staand bijbehorend bouwwerk vereist. De rechtbank is mening dat de koekoek ook kan worden gezien als een ‘ander bouwwerk’ en daarom wel artikel 2 sub 21 van Bijlage II Bor kan worden toegepast. Daarmee is de vergunning terecht geweigerd, zij het op basis van onjuiste gronden.
Het college is het hier niet volledig mee eens. Nu de koekoek een bijbehorend bouwwerk is, ingevolge artikel 1 Bijlage II Bor, verzet het systeem van de Bor zich ertegen dat deze tevens als een ‘ander bouwwerk’ wordt aangemerkt. Dit maakt dat sub 21 niet relevant is. Dit betekent dat bijlage II van het Bor niet van toepassing is en de koekoek niet vergunningvrij kan worden gerealiseerd.

De Afdeling volgt het standpunt van het college. Daarbij merkt de Afdeling nog op dat van belang is dat de regels over het vergunningvrij bouwen een uitzondering vormen op de hoofdregel dat voor het bouwen in beginsel een vergunning is vereist (ECLI:NL:RVS:2015:3642 en ECLI:NL:RVS:2019:1725). Een ‘ander bouwwerk’ vormt een restcategorie van zeer kleine bouwwerken, die niet aangemerkt kunnen worden als ‘bijbehorend bouwwerk’, zo blijkt uit de Nota van Toelichting bij het Bor. De koekoek is dan ook vergunningplichtig.

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op dec 6, 2022 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving