Privaatrechtelijke zaken in het fysieke domein: Deel II

Deel II:[1] De aansprakelijkheid van de gemeente als eigenaar van bomen:

Over omvallende bomen, vallende takken en ander bomenleed

Nu het in Nederland vaker hard waait, horen wij van onze gemeenten dat er meer schadeclaims wegens omvallende gemeentebomen en vallende takken worden ingediend. Die schade kan flink oplopen, met linksom (eigen budget) of rechtsom (hogere premie aansprakelijkheidsverzekering) een voelbare lastenverzwaring tot gevolg. Is uw gemeente altijd aansprakelijk voor schade als gevolg van omgevallen gemeentebomen en vallende takken? Zeker niet.[2]

 

Hoe kan uw gemeente terecht aansprakelijkheid afwijzen? Enkele handreikingen:[3]

De grondslag voor aansprakelijkheid is de onrechtmatige daad uit artikel 6:162 BW.[4] Een arrest van het Hof Den Haag uit 2015 geeft mooi weer welke omstandigheden een rol spelen:
“Vooropgesteld moet worden dat niet geheel kan worden uitgesloten dat bomen omwaaien. Op de gemeente rust als eigenaar van bomen een zorgplicht om het risico van omwaaien te beperken, en zij dient daartoe maatregelen te treffen die van haar als zorgvuldig handelend eigenaar redelijkerwijs mogen worden verlangd. Of de gemeente voldoende maatregelen heeft getroffen, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, en meer in het bijzonder van: de mate van waarschijnlijkheid dat een boom zal omwaaien en de kans dat daardoor ongevallen ontstaan, de aard en de ernst van de eventuele schade en de mate van bezwaarlijkheid en de gebruikelijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.[5]

 

Als de gemeente kan bewijzen dat zij haar zorgplicht ten aanzien van deze boom is nagekomen, is er geen grond voor aansprakelijkheid en is zij niet schadeplichtig. Ik loop de relevante factoren langs:

  • De mate van waarschijnlijkheid dat een boom zal omwaaien: dit kunt u mede bepalen aan de hand van de controlerapporten van de boom, die vaak volgens de VTA-methode[6] opgesteld zijn. Daarin staat informatie over de staat en de risicocategorie van de boom.
  • De kans dat daardoor ongevallen ontstaan: dit hangt af van de concrete omstandigheden, zoals de locatie van de boom (nabijheid van bebouwing of kostbare objecten), de kant waar de boom waarschijnlijk naartoe zal vallen en de grootte van de kans dat een boom of tak door het specifieke gebrek eerder zal (om)vallen dan een gezonde boom of tak.[7] Als de boom of tak mét dat gebrek al meerdere stormen heeft overleefd, is dat zeker relevant.
  • De aard en de ernst van de eventuele schade: indien binnen de kring waar de boom of tak zal vallen een woning of ander pand staat waar mensen verblijven, valt letselschade en dus ernstige schade te verwachten. Een boom direct naast een parkeerplaats leidt snel tot grote materiële schade. Een boom bij een tuinhuis leidt veelal tot minder (materiële) schade.
  • De mate van bezwaarlijkheid en de gebruikelijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen: als het vanuit esthetische, historische of andere oogpunten niet bezwaarlijk is om de kroon flink terug te snoeien of te kappen óf de risico’s van instandhouding van de boom zwaarder wegen dan genoemde belangen, kan het noodzakelijk deze maatregelen te treffen. Als de mate van waarschijnlijkheid dat een boom of tak (om)valt beperkt is, is kap veelal buiten-proportioneel. Kroonverankering[8] en steunconstructies zijn geen gebruikelijke maatregelen.

Beseft u zich goed dat al deze factoren meewegen in de beoordeling of de gemeente aansprakelijk is: als één factor in het nadeel van de gemeente uitvalt, leidt dat niet direct tot aansprakelijkheid.[9]

 

Hoe kan uw gemeente de schadeplichtigheid beperken?

De kosten voor verwijdering van de boom of tak zijn voor rekening van de eigenaar van de boom en in het geval van een gemeenteboom dus voor rekening van de gemeente. Hoe kunt u de schadeplichtigheid voor andere (materiële- en/of letselschade) dan nog beperken? De tips uit mijn eerdere blog over aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder kunnen ook bij dit onderwerp nuttig zijn. U kunt deze column via deze link nalezen. Vanzelfsprekend helpt ook een goed beeld van de exacte schade bij de schadebeperking. Maakt u daarom direct na het incident een goed fotoverslag, zowel van de boom of tak als de daardoor ontstane schade. Verzamelt u vooral ook de KNMI-gegevens van de betreffende dag.

Ook eigen schuld van de benadeelde kan tot vermindering van de schadeplichtigheid leiden, bijvoorbeeld in het geval dat de benadeelde partij een direct omwonende is en er – zelfs voor een leek – aanwijzingen waren dat de boom of tak niet meer gezond of stabiel was. Als hij dat dan gedurende lange tijd niet bij de gemeente meldt, kan dat ertoe leiden dat een deel van de schade wegens eigen schuld voor zijn rekening dient te blijven. Bovendien mag u kritisch zijn op de gevorderde schade: u mag vergen dat de benadeelde deze met facturen of andere bewijsstukken bewijst en u mag zeker een contra-expertise laten doen of een andere partij vragen om een onafhankelijke offerte uit te brengen, teneinde het gevorderde schadebedrag te kunnen beoordelen.

Verder kan de schade wellicht op een derde worden verhaald, indien uw gemeente overgaat tot vergoeding of de rechtbank uw gemeente aansprakelijk acht. Als een gebrek of risico tijdens controles door een externe boomadviseur niet is opgemerkt en er door omvallen van de boom of afvallen van takken schade ontstaat, kunt u proberen de schade op de boomadviseur te verhalen. Kijkt u daarvoor ook goed in diens algemene voorwaarden (indien deze van toepassing zijn). Wellicht kunt u de schade ook verhalen op een andere overheid. In het verleden is het beheer van bepaalde locaties met bomen van waterschappen of provincies overgegaan naar gemeentes of vice versa. Als sprake is van een gebrek aan de boom, kan het om die reden lonen om na te gaan wanneer er uiterlijke aanwijzingen ontstonden die wezen op een gebrek. Als die aanwijzingen destijds wel goed zichtbaar waren, maar na overgang van het beheer (vrijwel) niet, dan biedt dat kansen.


Heeft u vragen over deze column of over een zaak over een (om)gevallen boom of tak? Neemt u dan gerust contact met ons op. Ook als u nog andere interessante civiele onderwerpen kent, horen wij dat graag. Wie weet ziet u uw onderwerp in een volgende aflevering terug.


[1] Deel I ging over de aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder voor schade door bijvoorbeeld losliggende stoeptegels en gaten in wegen. U kunt deze column via deze link nalezen.

[2] Het op Internet terug te vinden rapport van mr. Roeland B.G. de Korte (november 2013, gemeente Alphen aan den Rijn) is een zeer bruikbare bron om te beoordelen of aansprakelijkheid aan de orde is.

[3] Uiteraard is het raadzaam om eerst na te gaan of de boom op gemeentegrond staat.

[4] Meer concreet is het criterium of de gemeente aan haar zorgplicht heeft voldaan: heeft zij voldoende maatregelen genomen om omwaaien of afvallen te voorkomen? Een boom is geen opstal in de zin van art. 6:174 BW, zodat aansprakelijkheid dan ook niet volgens dit artikel beoordeeld dient te worden.

[5] Hof Den Haag 20 januari 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:44.

[6] Nadere informatie over de VTA-methode vindt u onder meer in een document van de Nationale Bomenbank

[7] Zie de conclusie van de Advocaat-Generaal bij het arrest HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:102. De vindplaats is ECLI:NL:PHR:2013: 19 (zie onderdeel 2.14 van de Conclusie en de daaronder geciteerde overweging 4.11 van het Hof alsmede overweging 4.8.1 van de Advocaat-Generaal).

[8] Zie onder meer het arrest van het Hof Arnhem van 23 oktober 2012 (niet gepubliceerd), zoals besproken door de Advocaat-Generaal in zijn Conclusie bij het arrest HR 17 juli 2013: ECLI: NL:PHR:2013:19.

[9] Andere interessante uitspraken over bomen zijn bijvoorbeeld Hof Den Bosch 19 september 2006, ECLI:NL:GHSHE:2006:AY9522, Rb Arnhem 4 oktober 2006, ECLI:NL:RBARN:2006:AZ4006, Rb Utrecht 9 januari 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BC1567, Rb Leeuwarden 28 januari 2009, ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2574, Rb Roermond 4 augustus 2010, ECLI:NL:RBROE:2010:BN2556, Rb Arnhem 21 december 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BV1587 en Rb Den Haag 25 februari 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3900.

Gepubliceerd op mei 25, 2016 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving