Stadslandbouw gebaat bij ‘rust in ruimtelijke ordening’

Gemeenten kunnen stadslandbouw veel meer stimuleren, door rust te scheppen in hun ruimtelijke ordening en zo projecten mogelijk te maken voor langere termijn. Als initiatiefnemers kunnen kiezen voor een combinatie van verdienmodellen, is met stadslandbouw prima geld te verdienen. Dat blijkt uit onderzoek door Wageningen UR.

Combinaties van activiteiten

Het fenomeen stadslandbouw kent volgens de onderzoekers vele verschijningsvormen. Van buurtmoestuintjes, of landgoederen die worden opengesteld, tot agrarische ondernemers die het roer omgooien en kleinschalige, op de stad gerichte activiteiten willen ontplooien. Meestal gaat het om verbouwen van groenten en fruit – voor eigen of commercieel gebruik, maar vaak zijn er combinaties met workshops, buurtactiviteiten, kleinschalige verkoop of horeca, al dan niet met inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Geen subsidiemachine

Hoewel stadslandbouw wordt omarmd door zowel gemeenten en projectontwikkelaars die vrijvallende grond hebben, als door enthousiaste bewoners, gaat het vaak met vallen en opstaan. Gemeenten zijn geen ‘subsidiemachine’, stellen de onderzoekers en dus komt het aan op ondernemerschap. Zij onderzochten daarom de verdienmodellen in de stadslandbouw en onderzoekers constateren dat een combinatie daarvan voor een succesvolle (wijk-)onderneming de slagingskans vergroot. ‘In de bedrijfskunde is het een ijzeren wet dat je je als bedrijf richt op één helder verdienmodel. Maar voor stadslandbouw biedt een meervoudig verdienmodel juist een goede basis om te kunnen overleven’, zegt onderzoeker Jan Willem van der Schans.

Gescheiden functies

Daarvoor is het wel nodig dat gemeenten hun monofunctionele bestemmingscultuur loslaten, zegt Van der Schans. ‘Vanuit het traditionele systeem werken gemeenten met gescheiden functies: je hebt industrie, of wonen, of groene zones, of landbouwgebied. Maar met stadslandbouw ga je in een woonwijk ineens landbouw introduceren, en eventueel productverwerking of toerisme en parkeren. Daar moeten ambtenaren en bestuurders ruimte voor maken in hun regelgeving.’

Locaties priotiteren

Een andere voorwaarde is dat gemeenten duidelijkheid creëren over hoe lang een initiatief op vrijgevallen locaties mag voortduren. Voor rendabele standslandbouwprojecten zijn investeringen nodig, dus initiatiefnemers willen weten waar ze aan toe zijn. ‘Als je een stuk grond een jaar mag gebruiken, kun je prima sla kweken, oogsten en weer vertrekken. Maar als je ergens een kas wilt bouwen, of een restaurantje, dan moet je weten of het vijftien jaar kan blijven staan, anders is het ook niet te financieren.’ Van der Schans pleit ervoor dat gemeenten hun beschikbare gronden prioriteren: grond waarop zo snel als mogelijk woningbouw moet komen, kunnen voor korte perioden beschikbaar worden gesteld. Locaties die verder naar achter worden geschoven, moeten dan voor langere tijd worden vrijgemaakt voor stadslandbouw. ‘Gemeenten moeten rust scheppen in hun ruimtelijke ordening.’
Gepubliceerd op mrt 4, 2015 en geschreven door:
Ruimtemeesters

Ruimtemeesters

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving