Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 10 | 2024 : Concreet zicht op legalisatie en overgangsrecht

Concreet zicht op legalisatie en overgangsrecht, ECLI:NL:RVS:2024:947

Nadat het handhavingsverzoek in eerste instantie is afgewezen, legde het college van de gemeente Amersfoort een last onder dwangsom op vanwege een overtreding van artikel 2.3a lid 1 en artikel 2.1 onder a en c van de Wabo. Appellant kon de overtreding te beëindigen door de schutting parallel aan de weg tot aan de voorgevel van de woning op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden of te verlagen tot maximaal 1 meter hoogte.

Hieronder licht ik de overwegingen uit van de rechtbank en Afdeling over het concreet zicht op legalisatie.

De rechtbank concludeerde dat appellant een beroep kon doen op het gebruiksovergangsrecht. Daarom moest het college opnieuw kijken of er een concreet zicht op legalisatie was voor de ‘bouw’ overtredingen. Met een tussenuitspraak gaf de rechtbank het college hiertoe opdracht.

In de einduitspraak concludeerde de rechtbank dat het college de gebreken in het besluit niet voldoende had hersteld. De conclusie dat de schutting in strijd is met redelijke eisen van welstand was, berustte volgens de rechtbank op een ondeugdelijk advies.

In hoger beroep gaf het college aan dat de rechtbank onterecht strijd met de redelijke eisen van welstand als enige weigeringsgrond aanmerkte voor de omgevingsvergunning bouwen. Ook strijd met het bestemmingsplan levert een weigeringsgrond op voor een omgevingsvergunning bouwen. Hierbij hoeft het college niet te kijken naar het gebruiksovergangsrecht, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (o.a. ECLI:NL:RVS:2020:118). Nu het college niet van plan was een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan, is er geen concreet zicht op legalisatie.

Nu er ook geen andere bijzondere omstandigheden waren die maakten dat het college van handhavend optreden moest afzien, is het hoger beroep van het college gegrond. ‘Doende hetgeen de rechtbank had behoren te doen’, verklaarde de Afdeling het beroep van appellant tegen de last ongegrond. De last onder dwangsom blijft in stand.

Als ik de uitspraak van de Afdeling lees, lijkt de rechtbank vrij kort door de bocht te zijn gegaan in haar uitspraak. Toch vind ik de standaardzinsnede ‘doende hetgeen de rechtbank had behoren te doen’ altijd vrij belerend klinken. Deze zinsnede volgt uit de wet, maar is het nodig dit zo letterlijk terug te laten komen in de uitspraken?

jurisprudentie omgevingsrecht,omgevingsrecht,overgangsrecht,vergunning

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

 Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Ervaren Jurist Omgevingsrecht
– Ervaren Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op mrt 15, 2024 en geschreven door:
Michael Hultermans

Michael Hultermans

Juridisch consultant Wabo

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving