Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 23 | 2023

Jurisprudentie Omgevingsrecht

Niet-verschoonbare overschrijding bezwaartermijn (ECLI:NL:RVS:2023:2214)
Het college van gemeente Zeewolde heeft een last onder dwangsom opgelegd en ingevorderd bij de eigenaren van een recreatiewoning. De recreatiewoning werd ten tijde van belang volgens het college in strijd met het bestemmingsplan permanent bewoond. Bovendien hadden de eigenaren geen omgevingsvergunning om het strijdige gebruik met het bestemmingsplan toe te staan. De eigenaren stonden eerder in de Basisregistratie personen ingeschreven op een woonadres in Hilversum alvorens ze ingeschreven stonden op het adres van de recreatiewoning. Naar beide adressen is het handhavingsbesluit per aangetekende post verzonden. Naar aanleiding van het handhavingsbesluit hebben de eigenaren bezwaar ingediend. Het college heeft echter het bezwaar van de eigenaren niet-ontvankelijk verklaard en de overschrijding van het bezwaartermijn niet verschoonbaar verklaard wegens een niet-tijdige indiening van bezwaar.

De rechtbank stelt dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk en de overschrijding van het bezwaartermijn niet verschoonbaar heeft verklaard. De omstandigheden van de eigenaren zijn volgens de rechtbank niet bijzonder genoeg waardoor het college van invordering van de dwangsom niet heeft hoeven afzien. De aangetekende post is door het postbedrijf op beide adressen aangegeven als “geweigerd”. Echter geven de eigenaren aan niet thuis te zijn geweest bij de recreatiewoning en zodoende de post niet te hebben geweigerd. Door dit feit konden de eigenaren niet verantwoordelijk worden gehouden dat ze het besluit niet hebben ontvangen en dat niet tijdig een bezwaar is ingediend. Volgens de eigenaren had de rechtbank daarom het niet-tijdige bezwaar ontvankelijk en verschoonbaar moeten achten. Daarnaast heeft de rechtbank ten onrechte gesteld dat de omstandigheden van de eigenaren geen bijzondere omstandigheden zijn. Nadat de eigenaren via een latere brief van het handhavingsbesluit op de hoogte zijn gekomen, hebben ze binnen drie maanden een andere woonruimte betrokken. De eigenaren stellen dat ze alles eraan hebben gedaan om aan de last te voldoen.

Volgens de Afdeling heeft het college het handhavingsbesluit op de juiste wijze bekend gemaakt. Daarnaast hebben de eigenaren geen argumenten aangevoerd dat de weigering op het woonadres in Hilversum niet klopte. Daarom stelt de Afdeling dat het bezwaartermijn aangevangen is op de dag na de verzending van de poststukken. De eigenaren hebben daarnaast geen gronden aangevoerd op grond waarvan weigering van het poststuk in Hilversum niet voor hun rekening en risico dient te komen. De Afdeling stelt daarom dat de overschrijding van het bezwaartermijn terecht niet verschoonbaar kan worden geacht en dat het bezwaar van de eigenaren terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Daarnaast geeft de Afdeling aan dat, doordat het bezwaar van de eigenaren niet-ontvankelijk is verklaard en de overschrijding van het bezwaartermijn niet verschoonbaar is verklaard, er geen bijzondere omstandigheden zijn om af te zien van handhaving. Dat de eigenaren alsnog alles hebben gedaan om aan de last te voldoen, leidt niet tot een  andere conclusie. De beëindiging van de overtreding is immers te laat geweest.

Afwijzing handhavend optreden (ECLI:NL:RVS:2023:2201)
Het college van gemeente Den Haag heeft afgezien van handhavend optreden tegen bouwwerkzaamheden van een wooncorporatie in Den Haag. De wooncorporatie heeft onderhoud- en renovatiewerkzaamheden verricht in een flatgebouw waar appellant woont. Appellant heeft verzocht om handhavend op te treden tegen de wooncorporatie wegens de mogelijke aanwezigheid van asbest, het verwijderen van een asbesthoudende vloer zonder omgevingsvergunning, het boren van gaten in de draagconstructie ten behoeve van het plaatsen van een nieuwe verwarmingsinstallatie en het te weinig aandacht schenken aan de brandveiligheid. Naar aanleiding van deze verzoeken hebben inspecteurs van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling controles uitgevoerd en hebben geconstateerd dat er geen sprake is van een overtreding. Het college heeft naar aanleiding van de controles het handhavingsverzoek afgewezen.

De rechtbank stelt dat het college terecht heeft geconcludeerd dat het advies van de gemeente-inspecteurs kon worden gevolgd. Appellant is het hier niet mee eens en stelt dat de rechtbank ten onrechte het advies van de gemeente-inspecteurs heeft gevolgd. Deze zijn niet onafhankelijk en niet deskundig; zeker met het aantal voorbeelden bij andere gemeenten. Het standpunt dat met het boren van gaten de draagconstructie niet is veranderd, is daarom ook ten onrechte gesteld. Volgens de rechtbank zijn de gaten in een neutrale zone van de draagconstructie geplaatst waar geen trek- of drukspanningen bestaan en betekent dat het advies van de gemeente-inspecteurs kon worden gevolgd.
De rechtbank geeft daarnaast aan dat, met het oog op brandveiligheid, deze voldoet aan de wetgeving, benoemd in het Bouwbesluit 2012. Hierbij heeft de rechtbank het rapport van de Brandweer Haaglanden gevolgd. Dit is onterecht, meent appellant. Het college had nader onderzoek moeten uitvoeren naar de brandveiligheid van het gebruikte isolatiemateriaal. De appellant geeft aan dat er veiliger isolatiemateriaal bestaat dan hetgeen is gebruikt. De rechtbank geeft aan dat, hoewel er veiliger isolatiemateriaal kan zijn, het niet betekent dat het gebruikte isolatiemateriaal niet brandveilig is.
Voor wat betreft de verwijdering van de asbesthoudende vloer zonder omgevingsvergunning, stelt de rechtbank dat de appellant hierin geen procesbelang heeft omdat de werkzaamheden al afgerond waren.

De Afdeling stelt dat er geen aanleiding is om tot een ander oordeel te komen dan het oordeel van de rechtbank. Dat gemeente-inspecteurs in andere gemeenten gebreken in bouwwerken niet hebben ontdekt, betekent niet dat de gemeente-inspecteurs in dezen niet deskundig zijn. Daarnaast stelt de Afdeling dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Brandweer Haaglanden deskundig genoeg was om de conclusie voor de brandveiligheid op te stellen. Het asbest probleem is ter zitting opgelost en heeft de Afdeling geen redenen gegeven om dit deel van de uitspraak te vernietigen.

jurisprudentie omgevingsrecht,omgevingsrecht,overgangsrecht,vergunning

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op jun 19, 2023 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving