Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 26 | 2022

Jurisprudentie Omgevingsrecht

 

Intrekken omgevingsvergunning (ECLI:NL:RVS:2022:1835)

Het college van de gemeente Oost Gelre trekt een eerder verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen van een schuur tot Bed & Breakfast in. De initiatiefnemer is namelijk niet op tijd begonnen met de bouwwerkzaamheden. De initiatiefnemers stellen zich op het standpunt dat er duidelijke afspraken gemaakt met het college. Daarnaast bestonden er problemen met de aannemer en zijn de bouwactiviteiten begonnen nog vóórdat de vergunning werd ingetrokken.

Het college voert aan dat het belang van intrekking van de omgevingsvergunning (ook) gelegen is in het feit dat bij de realisatie niet wordt voldaan aan de inmiddels aangescherpte eisen uit het Bouwbesluit over isolatie. In dit kader stelt initiatiefnemer dat bij vergunningverlening voldaan werd aan de toen geldende eisen uit het Bouwbesluit. Om deze redenen had het college volgens initiatiefnemer de vergunning niet mogen intrekken.

Op grond van artikel 2.33 lid 2 onder a Wabo, kan een omgevingsvergunning worden ingetrokken, wanneer niet binnen een bepaalde termijn handelingen zijn verricht waarvoor de vergunning is verleend. Bij het nemen van een dergelijke beslissing, moet een belangenafweging plaatsvinden. Ten aanzien hiervan volgt de Afdeling hetgeen ze eerder heeft overwogen: “Tot die belangen behoren naast de door het bestuursorgaan gestelde belangen, ook de (financiële) belangen van vergunninghouder. Daarbij wordt meegewogen of het niet tijdig gebruikmaken van de vergunning aan de vergunninghouder is toe te rekenen”. Ook kan gekeken worden naar de nadelige gevolgen van het intrekkingsbesluit. Deze mogen niet onevenredig zijn tot de met de intrekking te dienen doelen (zie ECLI:NL:RVS:2022:641 en ECLI:NL:RVS:2019:1215).

In dit geval oordeelt de Afdeling dat het college een juiste belangenafweging heeft gemaakt.

Het feit dat pas zeven jaar na vergunningverlening met de bouw is gestart, mocht hierbij zwaar wegen. Daarnaast blijkt niet dat er concrete afspraken zijn geweest op basis waarvan de initiatiefnemer mocht vertrouwen dat de vergunning niet zou worden ingetrokken. Verder beslist de Afdeling dat de reeds uitgevoerde bouwwerkzaamheden vóór de intrekking zo gering zijn, dat intrekking alsnog mogelijk is. Ook mocht het college de nieuwe isolatienormen meewegen, nu het bouwplan volgens deze regels niet meer op alle punten voldoet. Het feit dat intrekking nadelige (financiële) consequenties heeft voor de initiatiefnemer is acht de Afdeling niet onevenredig tot de met de intrekking te dienen doelen.

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Medior Casemanager Wabo
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op jul 5, 2022 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving