Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 26 | 2023

Jurisprudentie Omgevingsrecht

Niet-ontvankelijkheid bij spoedeisende bestuursdwang (ECLI:NL:RVS:2023:2482)
Het college van gemeente Rotterdam paste spoedeisende bestuursdwang toe tegen een hennepkwekerij. Het college heeft hierbij de hennepkwekerij direct ontmanteld en heeft  appellant een bestuurlijke boete opgelegd wegens het onttrekken van een woning aan de woningvoorraad zonder onttrekkingsvergunning. Het bezwaar van appellant werd echter niet inhoudelijk behandeld wegens een overschrijding van het bezwaartermijn.

Appellant is het hier niet mee eens omdat hij de besluiten niet op tijd heeft gelezen, gezien het feit dat de post bij het postadres is binnengekomen. De appellant werd bedreigd en kon daarom ook niet in zijn woning verblijven. De rechtbank stelt dat het de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar van de postbus om deze regelmatig op te halen en te lezen. Dat dit te laat is gedaan, geeft de rechtbank geen reden om anders te besluiten. De rechtbank stelt daarom dat hier geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Appellant heeft in hoger beroep dezelfde gronden aangevoerd die hij bij de rechtbank ook heeft aangegeven. De Afdeling geeft aan dat de rechtbank voldoende gemotiveerd op de gronden is ingegaan. Het feit dat de appellant niet in zijn woning kon verblijven, doet niets af aan het feit dat hij wel in staat was om zijn post bij de postbus op te halen. Appellant heeft verder op de zitting aangegeven dat PostNL geregeld fouten maakt en dat hij tijdens het bezwaartermijn in detentie heeft gezeten. De stelling dat PostNL geregeld fouten maakt, is niet gestoeld op feiten waarvan kan worden betwijfeld dat hier iets fout is gegaan. De enkele stelling inbrengen is hierbij niet voldoende. Daarnaast blijkt uit een detentieverklaring dat de appellant ten tijde van het bezwaartermijn niet in detentie heeft gezeten. Pas na het aflopen van dit termijn zat appellant in detentie. Het college heeft het bezwaar daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Functioneel daderschap bij onderverhuur (ECLI:NL:RVS:2023:2501)
Het college van gemeente Schouwen-Duiveland treedt handhavend op tegen het gebruik van een woning voor het huisvesten van meer dan een huishouden. Bij een gemeentelijke controle is geconstateerd dat de bovenwoning werd bewoond door twee seizoenarbeiders. Bij meerdere controles werden daarna wederom seizoenarbeiders aangetroffen. Na alle controles heeft het college de eigenaar geïnformeerd dat het maximale dwangsombedrag was bereikt en later besloten dit dwangsombedrag ook in te vorderen.

De rechtbank stelt dat het gebruik van de woning voor het huisvesten van meer dan een huishouden in strijd is met het bestemmingsplan en dat de eigenaar daarvoor verantwoordelijk is en daarom als overtreder kan worden aangemerkt. De eigenaar kan zich hier niet in vinden en stelt dat het bestemmingsplan bewoning door meerdere huishoudens wel is toestaat. De woning is ingericht met toestemming van het college en is groot genoeg voor bewoning door meerdere huishoudens. Daarnaast vindt de eigenaar dat de rechtbank hem niet als overtreder mocht aanmerken. Na het eerste, informerende handhavingsbesluit is het lopende huurcontract beëindigd met de hoofdbewoner en is het huurcontract gewijzigd. Daar komt nog bij dat hij vooraf toestemming moest geven aan de hoofdbewoner om verhuur van de hoofdbewoner toe te staan.

De Afdeling stelt dat in het bestemmingsplan staat aangegeven dat een woning dient voor huisvesting van een afzonderlijk huishouden. In dit geval gaat het om meerdere huishoudens wat in strijd is met het bestaande bestemmingsplan. Daarbij gaat het hier om seizoenarbeiders waarbij de samenstelling van het huishouden fluctueert. De Afdeling is in eerdere uitspraken (onder andere ECLI:NL:RVS:2023:2067 en ECLI:NL:RVS:2023:2071) ingegaan op de vereisten voor functioneel daderschap. Uit deze uitspraken valt af te leiden dat als overtreder kan worden aangemerkt degene in wiens machtssfeer de fysieke handelingen liggen waardoor de overtreding is begaan en die die handelingen heeft aanvaard. In het onderhavige geval is de eigenaar verantwoordelijk voor het gebruik van de woning. De eigenaar heeft het strijdige gebruik aanvaard door geen zorg te verlenen ter voorkoming van de gedraging. Ondanks dat de eigenaar het huurcontract heeft gewijzigd, heeft hij de woning nog steeds verhuurd aan dezelfde hoofdbewoner wetende dat hij de woning zou verhuren aan seizoenarbeiders. Door geen zorg te dragen voor het voorkomen van de gedraging en geen toezicht te houden heeft de eigenaar bewust het risico genomen dat hij niet wist op welke manier de woning zou worden gebruikt. De Afdeling stelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de eigenaar als overtreder kan worden aangemerkt.

 

jurisprudentie omgevingsrecht,omgevingsrecht,overgangsrecht,vergunning

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op jul 7, 2023 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving