Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 47 | 2022

Jurisprudentie Omgevingsrecht

Rechtsopvolging bij een vergunning (ECLI:NL:RVS:2022:3377)

Een stichting is eigenaar van een perceel dat onderdeel uitmaakt van een terrein. In het verleden heeft het college van de gemeente Appingedam een vergunning verkregen voor de aanleg van een damwand langs de percelen van dat terrein. Hierin is opgenomen dat de vergunninghouder moet zorgen voor het onderhoud van de damwand. Nu dit is nagelaten, heeft de stichting een verzoek om handhaving ingediend.
Het college stelt echter dat er sprake is van een zaaksgerichte vergunning waardoor de onderhoudsplicht geldt voor diegene voor wie de damwand is aangelegd, namelijk de eigenaar van de gronden. Aangezien de stichting gedeeltelijk eigenaar is, rust op haar een onderhoudsverplichting.

De stichting voert aan dat de damwand niet specifiek in eigendom is overgedragen en zij hier dus geen eigenaar van is geworden. Daarnaast ligt er nog een strook grond van het waterschap tussen de damwand en haar perceel. Voorts heeft de vergunning betrekking op de damwand als één geheel. Om deze reden kan de vergunning niet gedeeltelijk zijn overgegaan op de stichting. Tot slot is het bij een zaaksgebonden vergunning niet van belang wie gebruik maakt van de vergunning en dus ook niet welke percelen dat damwand beschermt. Daarbij wordt overigens opgemerkt dat ook andere percelen van de gemeenten baat hebben bij de damwand.

De rechtbank stelt dat er van rechtswege rechtsopvolging plaatsvindt. Dit betekent dat de tenaamstelling van de vergunning niet gewijzigd hoeft te worden. Nu de stichting gedeeltelijk eigenaar is geworden van het terrein geldt de onderhoudsplicht voor een deel van de damwand voor de stichting. Het maakt hiervoor niet uit of de stichting eigenaar is geworden van de damwand.

De Afdeling oordeelt dat uit de vergunning volgt dat niet de eigenaar van het aangrenzende perceel onderhoudsplichtig is maar de vergunninghouder. Voor de vraag wie als vergunninghouder moet worden aangemaakt is echter wél doorslaggevend wie eigenaar is van de damwand. De eigenaar is immers de rechtsopvolger van de vergunninghouder. In dit geval is niet duidelijk naar voren gekomen wie nu als eigenaar kan worden aangemerkt.  Wanneer partijen hierover van mening verschillen, is de burgerlijke rechter degene die dit dient vast te stellen. Tot slot is de Afdeling van mening dat de vergunning wel degelijk gedeeltelijk kan overgaan, ook als is de damwand als één geheel aangelegd. Bovendien ziet de onderhoudsplicht toe op een duidelijk te onderscheiden deel van de damwand.

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op nov 29, 2022 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving