Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 49 | 2022

Jurisprudentie Omgevingsrecht

Relatie horecabeleid en een goede ruimtelijke ordening (ECLI:NL:RVS:2022:3591)

Het college van de gemeente Breda heeft een omgevingsvergunning verleend aan de uitbater van een restaurant, inhoudende het exploiteren van een terras op het bijbehorende binnenterrein. Er is sprake van strijd met het bestemmingsplan. Omwonenden kunnen zich hier niet in vinden. Zij stellen dat het buitenterras niet voldoet aan het horecabeleid en het terras een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat tot gevolg heeft, aangezien dit niet passend is in de omgeving.

De rechtbank is van mening dat het college niet bevoegd was om de omgevingsvergunning te verlenen, omdat onvoldoende is gemotiveerd dat met het afwijken van het bestemmingsplan én het Horecabeleidsplan 2011 wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening. Er is namelijk niet gebleken dat er sprake is van bijzondere omstandigheden op basis waarvan van het beleid mag worden afgeweken.

De Afdeling stelt vast dat het college bevoegd is om te beslissen op een vergunningaanvraag met betrekking tot het strijdig gebruiken van gronden, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo. In dit geval gaat het feitelijk om de vraag of het college al dan niet toepassing mocht geven aan deze bevoegdheid. De Afdeling beantwoordt deze vraag positief. Hiertoe overweegt zij dat het gemeentelijke horecabeleid geen norm stelt aan de bevoegdheid van het college om af te wijken van het bestemmingsplan.
Daarnaast zijn in het horecabeleid geen regels te vinden die betrekking hebben op het gebruik van binnenterreinen bij horecavoorzieningen. Om deze reden “dient het college een afweging te maken of het gebruik van het binnenterrein als terras ruimtelijk aanvaardbaar is”.

In dit specifieke geval ziet de Afdeling geen reden voor het college om te besluiten dat het beoogde terras niet ruimtelijke aanvaardbaar is. Voor wat betreft het standpunt dat het terras niet in de omgeving past, is de Afdeling van mening dat zich in het gebied diverse verschillende functies bevinden, zoals wonen, kantoren, detailhandel en horeca. Daarnaast is er op het binnenterrein van het naastgelegen pand ook een terras aanwezig. Het college heeft op basis hiervan mogen oordelen dat het terras wel passend is in de omgeving. Tot slot ziet de Afdeling geen aanleiding om te oordelen dat het terras op het binnenterrein van het restaurant in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Aanwijzingsbesluit verklaring van geen bedenkingen (ECLI:NL:RVS:2022:3592)

Het college van de gemeente Zuidwest-Friesland heeft een omgevingsvergunning verleend om, in afwijking van het vigerende bestemmingsplan, een nieuwe supermarkt te realiseren.
Andere supermarktexploitanten kunnen zich hier niet mee verenigen, omdat hun concurrentiebelang in het geding is. Zij voeren aan dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden, omdat er geen verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) was gevraagd van de raad.
Volgens de rechtbank was een vvgb niet nodig, aangezien de raad zelf mag bepalen in welke gevallen hier een uitzondering op bestaat. Een dergelijke bepaling moet wel voldoende duidelijk en concreet zijn.

In dit specifieke geval was in het aanwijzingsbesluit van de raad opgenomen dat “geen vvgb nodig is bij activiteiten waarmee de raad planologisch heeft ingestemd”. Hiertegen is aangevoerd dat ieder willekeurig project onder deze bepaling kan vallen. Dit betekent dat de raad daarom niet kijkt naar een concrete omgevingsvergunning, maar naar een abstract planologisch voornemen. Gesteld wordt dat dit in strijd is met de wet en het rechtszekerheidsbeginsel, waardoor de verleende omgevingsvergunning onverbindend zou moeten worden verklaard.

Ook wordt aangevoerd dat het voorgestelde initiatief waarmee de raad heeft ingestemd afwijkt van de uiteindelijk verleende vergunning. Een aantal belangrijke aspecten was namelijk nog onduidelijk. De wijzigen of verduidelijking hiervan brengt met zich mee dat het college juist alsnog om een vvgb had moeten vragen. Om deze reden wordt de Afdeling verzocht om het aanwijzingsbesluit exceptief te toetsen. Bovendien bevat het aanwijzingsbesluit algemeen verbindende voorschriften, die niet direct vatbaar zijn voor rechtelijke toetsing. Middels exceptieve toetsing beoordeelt de rechter of het aanwijzingsbesluit voldoende deugdelijk is, opdat een besluit mag worden genomen op basis hiervan.

De Afdeling overweegt dat artikel 6.5 lid 3 Bor geen vereisten of beperkingen kent voor het aanwijzen van categorieën gevallen waarin geen vvgb nodig is. In een eerdere uitspraak heeft de Afdeling echter wel geoordeeld dat “de categorieën niet op zodanige wijze mogen worden geformuleerd, dat aan de aanwijzing geen of nauwelijks nog onderscheidende betekenis meer valt toe te kennen. Een dergelijke aanwijzing voldoet niet aan de daaraan uit een oogpunt van rechtszekerheid te stellen eisen en maakt bovendien de in artikel 6.5 lid 1 Bor neergelegde hoofdregel zinledig” (ECLI:NL:RVS:2015:1655).

Volgens de Afdeling voldoet de bepaling uit het aanwijzingsbesluit in dit geval wel aan de eisen van rechtszekerheid. Het is immers concreet en duidelijk in welke gevallen geen vvgb aan de raad hoeft te worden gevraagd. Het is dus niet zo dat het college zelf tot deze beoordeling is gekomen. Verder is het per definitie zo dat de raad bij het nemen van het aanwijzingsbesluit niet oordeelt over een concrete vergunningaanvraag. Dit is dan ook geen reden om het aanwijzingsbesluit onverbindend te verklaren of buiten toepassing te laten. Voorts stelt de Afdeling dat de activiteit waarmee de raad planologisch heeft ingestemd in de basis dezelfde activiteit is, als waarvoor het college een omgevingsvergunning heeft verleend. Dat op het moment van instemming over een aantal aspecten nog onduidelijkheid bestond, is geen reden om te oordelen dat sprake is van een andere activiteit. Geconcludeerd wordt dat er dus geen vvgb nodig was en het college de omgevingsvergunning mocht verlenen.

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Senior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Omgevingsrecht
Medior Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op dec 13, 2022 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving