Actualiteiten Omgevingsrecht – Week 9 | 2024 : Huisvesting arbeidsmigranten op camping

Huisvesting arbeidsmigranten op camping (ECLI:NL:RVS:2024:851)

De gemeente Venlo verleende in 2020 een tijdelijke omgevingsvergunning (vijf jaar) voor het huisvesten van 340 arbeidsmigranten op camping Maasvallei in Arcen. Een omwonende heeft hiertegen bezwaar, beroep en uiteindelijk hoger beroep ingesteld. Haar woning ligt op 120 meter van de perceelsgrens van de camping. De grens van haar perceel op ongeveer 30 meter van de perceelsgrens van de camping. Appellante vreest op grond van eerder ervaringen dat de verleende omgevingsvergunning haar woon- en leefomgeving zal aantasten.

Nu eerder dus het bezwaar en het beroep ongegrond waren verklaard, buigt de Afdeling zich over het hoger beroep. Appellante voert meerdere gronden aan maar ik wil er twee uitlichten.

Ten eerste geeft zij aan dat de rechtbank er onterecht vanuit is gegaan dat er draagvlak onderzoek heeft plaatsgevonden. De Afdeling overweegt conform haar eerdere uitspraken (o.a. ECLI:NL:RVS:2020:2569) dat uit het feit dat er geen maatschappelijk draagvlak bestaat voor een bepaalde ontwikkeling niet mag worden afgeleid dat de ontwikkeling in strijd is met goede ruimtelijke ordening. Echter als gemeentelijk beleid van een initiatiefnemer verlangt dat hij inspanningen verricht die zijn gericht op het informeren van omwonenden of het verwerven of vergroten van maatschappelijk draagvlak dan moet het bestuursorgaan deze inspanningen meewegen en kan dit reden zijn om de omgevingsvergunning niet te verlenen. Uit de verhandelde stukken blijkt dat initiatiefnemer tenminste op twee momenten met omwonenden heeft gesproken. Dat de omwonende daar geen gebruik van heeft gemaakt, komt dan ook voor haar rekening.

De tweede grond ziet op een vaker gehoorde vraag, te weten: wordt er een onevenredig zware inbreuk gemaakt op het woon- en leefklimaat? De Afdeling stelt voorop dat het college beleidsvrijheid toekomt om de omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan al dan niet te verlenen. De bestuursrechter oordeelt zelf dus niet of de verlening van een omgevingsvergunning in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De bestuursrechter aan de hand van de beroepsgronden in strijd zijn met het recht. In dit geval heeft het college voldoende onderbouwd dat er geen onevenredige zware inbreuk wordt gemaakt op het woon- en leefklimaat. Het college heeft hier onder andere een akoestisch onderzoek aan ten grondslag gelegd. Gewogen ook alle andere beroepsgronden oordeelt de Afdeling dat het hoger beroep ongegrond is.

jurisprudentie omgevingsrecht,omgevingsrecht,overgangsrecht,vergunning

Op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en actualiteiten in het omgevingsrecht? Ruimtemeesters houdt wekelijks de laatste jurisprudentie bij. Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief om niets te missen!
Hulp of advies nodig? Onze experts zijn er om te helpen! Neem contact met ons op. 

 Klaar voor een nieuwe uitdaging? Bekijk de openstaande juridische vacatures:

Ondernemende Jurist
Ervaren Jurist Omgevingsrecht
– Ervaren Jurist Handhaving
Junior Jurist
Juridisch Adviseur Omgevingsrecht

Gepubliceerd op mrt 6, 2024 en geschreven door:
Koen van Polanen

Koen van Polanen

Directeur / Juridisch Adviseur

Blijf op de hoogte en schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwsbriefinschrijving